Amsterdam,
20
april
2005
|
17:10
Europe/Amsterdam

Rede algemene vergadering van aandeelhouders 2005

Rede algemene vergadering van aandeelhouders van N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf op woensdag 20 april 2005 om 10.30 uur.

Voor u zit geen raad van commissarissen en een directie met collegiaal bestuur, maar een raad van commissarissen en een raad van bestuur met ondergetekende, Swartjes als voorzitter. Vandaar dat vanaf vandaag niet alleen de heer Arp, maar ook ik een toelichting geef op het reilen en zeilen van de N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf, naar verwachting vanaf vanmiddag Telegraaf Media Groep geheten. De heer Arp zal na mij de resultaten 2004 toelichten.

De voorgestelde naamswijziging vindt u overigens terug bij agendapunt 8, voorstel tot wijziging van de statuten van de vennootschap.

Zoals u al op diverse momenten en plaatsen hebt kunnen lezen, is er weer winst gemaakt en zelfs méér dan de eerder ingeschatte € 20 miljoen, namelijk € 22,1 miljoen. Een positief resultaat na drie jaar verlies op rij. Wij zijn er blij mee maar niet tevreden. Bovendien is de kwaliteit van de winst anders dan verwacht. Bij het halfjaarbericht is al gemeld dat de oorspronkelijke verwachting van 5% advertentieomzet-groei niet gehaald zou worden. Uiteindelijk was de advertentieomzet nagenoeg gelijk aan 2003 en de omzetstijging uit oplage bedroeg minder dan 1%. De verbetering van het resultaat is dan ook bij een ongeveer neutraal saldo van incidentele baten en lasten (dat laatste inclusief aanzienlijke reorganisatievoorzieningen) vooral bereikt door verdere kostenreducties. De verwachte advertentieomzetstijging was gebaseerd op het mogelijk aantrekken van de economie. Dat is niet gebeurd. Inmiddels duurt de slechte economische situatie al dermate lang, dat het bijna gewoon wordt gevonden, maar een over vier jaar opgelopen vermindering van de advertentie-omzet met bijna € 100 miljoen is exceptioneel. Toch een winst van € 22 miljoen behalen betekent dus ook dat de bezuinigingsoperaties effect sorteren. De economie zal uiteindelijk weer opleven (de eerste verwachting voor de export in 2005 en voor de binnenlandse bestedingen vanaf 2006 zijn al uitgesproken) en de overtuiging bestaat dat het concern dan weer met betere resultaten zal komen. Overigens is de € 100 miljoen natuurlijk niet alleen te wijten aan de economische situatie. 

In 2001 zijn de beleidslijnen optimaliseren, vernieuwen en internationaliseren uitgezet. Hieruit zijn ingrijpende kostenreducties en reorganisaties voortgekomen, die ook doorlopen in 2005. Daarnaast zijn steeds nieuwe projecten opgestart, nieuwe diensten toegevoegd en nieuwe producten gelanceerd. De buitenlandse activiteiten van het concern beginnen verder vorm te krijgen met de recent aangekondigde aankoop van een tijdschriftenuitgeverij in de Oekraïne. In 2004 heeft de succesvolle introductie van de zondagkrant van De Telegraaf gezorgd voor een groter marktaandeel in advertenties en oplage én inmiddels zijn er ruim 50.000 weekendabonnees. Sp!ts heeft voor het eerst winst gemaakt en bij de regionale dagbladen zijn naast grote besparingen in mensen en middelen ook nieuwe projecten gelanceerd. De Holland Combinatie, de huis-aan-huisbladen- uitgeverij in Noord-Holland, is van vier uitgeverijen naar één gegaan, waarbij grote kostenvoordelen optreden en de verdere inzichtelijkheid van de kostprijzen van de verzelfstandigde facilitaire bedrijven DistriQ, Telegraaf Drukkerij Groep en Telegraaf Media ICT vrucht begint af te werpen.

Voor de digitale activiteiten geldt dat steeds meer diensten, database-exploitaties en community-sites worden geïntroduceerd en uitgebouwd. Break-even points zijn nog lang niet overal bereikt, maar advertentie-inkomsten, abonnee-voordeel, pageviews en entree- en/of transactie-fees vertonen een hoopvolle stijgende lijn. 

Er moet naar alle ontwikkelingen gekeken worden en dan waren de onderliggende getallen voor 2004 niet positief. Het advertentievolume van de Nederlandse dagbladen was wederom lager en datzelfde gold voor de tijdschriftenmarkt. Ook de oplages, zowel bij de dagbladen als bij de tijdschriften, waren lager. Daarmee is op enkele fronten binnen het concern wel marktaandeel gewonnen maar het uiteindelijke resultaat, zekere op de langere termijn, zal daardoor niet verbeteren.

Er zal dus méér gedaan moeten worden. Uit de cijfers blijkt dat het concern de goede richting te pakken hebben wat de bedrijfslasten en de personeelskosten betreft. Ook de lagere papierprijs in 2004 heeft in combinatie met minder verbruik geholpen, maar willen de resultaten verder verbeteren, dan moet er nog verder en dieper in de kosten gesneden worden. Hiertoe zijn de beleidslijnen optimaliseren, vernieuwen en internationaliseren verbijzonderd naar de verschillende mediumtypen die het concern in huis heeft. Structurele verlaging van de kosten, met minder mensen en middelen,kan niet alleen bereikt worden met generalistische maatregelen. Ook aan de opbrengstenkant moet er verbijzonderd worden, waarbij het uitgangspunt behoud en groei van het aandeel in de mediaconsumptie van de consument is en niet alleen in print.

Voor dagbladen geldt dat het plafond voor de afzetprijzen in zicht komt. Door de economie én door de enorme hoeveelheid alternatieven zijn consumenten en adverteerders kritischer geworden. Ongeveer tot de eeuwwisseling betaalde een investering in toegevoegde waarde, bijvoorbeeld in actualiteit, kleur, omvang of distributie, in een krant zich bijna automatisch dubbel en dwars terug. Dat is niet meer het geval. Daarom is het project Tariefkaart gestart; een gedetailleerde tariefkaart van de drukker, de klantenservice, de distributeur en de ICT-leverancier richting uitgever. Via deze tariefkaart kan de dagbladuitgever én echte marktconformiteit in kosten realiseren én nog belangrijker, beslissen welke toegevoegde waarden hij nog wil afnemen, aangezien deze altijd extra geld kosten. De uitgever zal kritisch kunnen en moeten kijken naar traditionele toegevoegde waarden en keuzes moeten maken. De kostenbesparingen en dan wordt gedacht aan onder andere gebouwen, machines, fte's, die hieruit voortvloeien zullen deels aan de winst worden toegevoegd, maar deels ook geherinvesteerd worden in nieuwe toegevoegde waarden, dit ten behoeve van behoud en groei van het marktaandeel in mediaconsumptie. Dat kunnen digitale diensten en services zijn, maar ook additionele producten, bijvoorbeeld boeken of dvd's en wellicht compleet nieuwe producten.

De tijdschriften hebben al een grote kostenslag gemaakt, ze zijn minder dan dagbladen aan nationale cultuur gebonden en lenen zich daarom beter tot het maken van een internationaliseringslag. Nieuwe titels, acquisities en/of samenwerkingsverbanden zijn noodzakelijk om ook hier inhoud te geven aan behoud c.q. groei van het mediaconsumptieaandeel in binnen- en buitenland. Ook tijdschriften zullen er niet aan ontkomen een diepere digitale slag te maken, al dan niet merkgebonden. Net als bij de dagbladen leveren de promotiemogelijkheden, de knowhow en de positie van de het merk extra kansen ten behoeve van marktaandeel en exploitatie.

Bij de huis-aan-huisbladen zijn, in het huidige tijdsgewricht, kennis van lokale informatie en de exploitatie daarvan zeer waardevol. De consument krijgt van alle kanten gratis informatie aangeboden, maar goede lokale informatie is relatief schaars. Het kostenbewust en actief vermarkten van die informatie, zowel journalistiek als advertentioneel is de grote uitdaging van de huis-aan-huisbladen. Schaalgrootte is daarbij een belangrijke factor: de vier huis-aan-huisbladuitgeverijen van de Holland Combinatie zijn gebundeld en bij De Trompetter is schaalgrootte verbeterd door Bongers Beheer, een belangrijke marktspeler in Limburg, over te nemen.

Bij de deelnemingen wordt nu gewerkt aan ontwikkelingen in betaaltelevisie, decoders en digitale televisie. Daarnaast is het concern actief op het gebied van internet, teletekst en (mobiele) telefonie. Ook hier wordt ingespeeld op de veranderende behoeften in de markt. Maar vooral door de beperkingen in de wetgeving kan er in een aantal van deze markten slechts beperkt gemanifesteerd worden, terwijl dat nu juist de groeimarkten zijn.

Zoals al eerder gezegd, is een gewenning ontstaan aan de mindere economische tijden, maar naast de resultaten van bovengenoemde maatregelen zal het concern ongetwijfeld meeprofiteren als er weer optimisme onder de burgers komt en economische groei. En dan zijn de producten van het Telegraaf-concern en dat geldt zeker ook voor print, uitstekend in staat voor een zeer gezonde cashflow en winst te zorgen.

Er moet nog een slag gemaakt worden. Ook het laatste mediaconsumptie-onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau bevestigt dat consumptie én toegevoegde waarde van printmedia structureel onder druk staan. Bij een normale economische situatie kan het concern nog jaren goede cijfers laten zien. Maar voor de langere termijn zal nog meer schaalgrootte moeten worden gecreëerd en nieuwe markten prominent betreden moeten worden. De overheid is daarbij niet tot steun, integendeel. Voor de omzetkant geldt bijvoorbeeld dat de programmagegevens nog steeds niet vrij zijn. En de aangekondigde verruiming van de mogelijkheden van uitgevers om in televisie te investeren werd al snel afgezwakt omdat anders uitgevers in Nederland een te groot aandeel in zogenaamde opiniemacht zouden krijgen en de pluriformiteit in het geding zou komen. Het is, mede gezien het enorme aanbod in nieuwsvoorziening en de geldende redactiestatuten, te belachelijk voor woorden.

En aan de kostenkant, zijn er nog steeds beperkingen bij de samenwerking tussen De Limburger en het Limburgs Dagblad. Ook hier blijft de overheid, in dit geval de NMa, van de verkeerde veronderstellingen uitgaan.

Pluriformiteit wordt alleen in stand gehouden met financieel gezonde uitgeverijen en financieel gezonde uitgeverijen zijn uitgeverijen die zonder beperkingen de trends in mediaconsumptie mogen volgen! In geheel West-Europa en in de Verenigde Staten is dat het algemene beeld. Maar in Nederland zijn de beperkingen groot. En de kans dat buitenlandse partijen de Nederlandse mediamarkt gaan beheersen wordt steeds groter, zie nu al Bertelsmann met RTL, Sanoma met de tijdschriften van VNU en Apax met PcM. Er wordt continu aan gewerkt om de beperkingen op te heffen, maar daar kan niet op gewacht worden.

Het concern gaat nieuwe producten en diensten binnen de portfolio creëren. Wij zullen ons nog meer focussen op radio en televisie en nieuwe tijdschriftentitels in binnen- en buitenland en nieuwe landen met tijdschriften. Ook via beurzen en tentoonstellingen en zo mogelijk andere vormen van mediaconsumptie zal het aandeel vergroot worden.

Meer details over 2004 en over de ambities van het concern staan in het jaarverslag. Naast de best practice-bepalingen uit de corporate governance code, wordt ook aandacht besteed aan IFRS (de International Financial Reporting Standards) en een nog betere verslaglegging van en controle op de financiële resultaten (de internal audit). Wij denken met al deze zaken goed op weg te zijn en op tijd klaar te zijn voor het eerstvolgende jaarverslag.

Dan, niet onbelangrijk, nog even aandacht voor het dividendbeleid.

De voorzitter van de raad van commissarissen, de heer Van Puijenbroek meldde reeds dat op de agenda ook een wijziging van het dividendbeleid staat en daaraan gekoppeld het dividendvoorstel over 2004. Het nieuwe beleid doet recht aan de algemene trend tot koppeling van het dividend aan de cashflow. Het voorgestelde dividend is een uitvloeisel van dat beleid en bewijst tevens de sterke cashflow van het concern en de zeer gezonde financële positie. De heer Arp zal dat verder toelichten.

Ten slotte de vooruitzichten.

Een analyse van de jaarcijfers van 2004, laat een minder positief beeld in de tweede helft van 2004 zien. Het kleine beetje optimisme dat in Nederland in het voorjaar van 2004 zichtbaar werd, verdween in de tweede helft van het jaar. Ook de eerste weken van 2005, met een voor de dagbladen gelijkblijvend advertentievolume geven geen reden tot optimisme.

Van positieve invloed op het resultaat over 2005 zijn de lagere druktarieven voor de tijdschriften, de effecten van eerdere reorganisaties en de invoering van IFRS, onder meer door het vervallen van de afschrijving goodwill. Daartegenover staat echter een dotatie aan voorzieningen voor reorganisaties. Voorts is voor nieuwe projecten wederom een bedrag van € 20 miljoen uitgetrokken.

De eerste twaalf weken is de omzet ten opzichte van 2004 met 6% gestegen en zijn de kosten met ruim 4% toegenomen. Hierdoor is het bedrijfsresultaat met ongeveer € 3 miljoen toegenomen, exclusief de invloed van IFRS. Hier zijn echter een aantal factoren van invloed, zoals de zondag-krant, reorganisatievoorzieningen en het aantal verschijningsdagen, die een vergelijking met 2004 heel moeilijk maken en waardoor er dus geen helder beeld voor geheel 2005 ontstaat.

Gezien ook de vele onzekerheden met betrekking tot de conjunctuur en met name de advertentie-markt achten wij het daarom nog te vroeg om een concrete verwachting uit te spreken voor het resultaat over 2005.